Geschiedenis van de stad
Het gebied van de huidige stad Kevelaer ontstond op 1 juli 1969 door samenvoeging van het voormalige burgemeesterschap van Kevelaer met de voormalige gemeenten Kevelaer, Twisteden, Wetten en Kleinkevelaer en het burgemeesterschap van Kervenheim met de gemeenten Kervenheim, Winnekendonk en Kervendonk. Vandaag de dag wonen er ongeveer 29.000 inwoners in Kevelaer op een totale oppervlakte van 1.946 hectare. Sinds 1 juli 1993 is de postcode 47623 (voorheen 4178).
Geschiedenis
De geschiedenis van Kevelaer en omstreken gaat ver terug, met opgravingen die de eerste sporen van bewoning rond 800 v.Chr. aan het licht brachten. De eerste vermelding van Kevelaer bij naam dateert uit 1300 in een koopakte van een boerderij.
Kevelaer, een onafhankelijke parochie sinds 1472, maakte sinds de middeleeuwen deel uit van het hertogdom Geldern, terwijl Kervenheim tijdens de middeleeuwen en de vroegmoderne periode tot het hertogdom Kleef behoorde. Beide dorpen en de andere bijbehorende gemeenschappen waren in die tijd landelijk en dunbevolkt. In de 14e en 15e eeuw werd de regio herhaaldelijk opgeschud door erfenisgeschillen en oorlogen tussen de heersende dynastieën, totdat Kevelaer in 1543 na het einde van de Gelderse onafhankelijkheid in handen viel van de Habsburgse dynastie en in 1558 als deel van Obergeldern deel ging uitmaken van de Spaanse kroon.
17e en 18e eeuw
In de daaropvolgende decennia werd de stad opnieuw geteisterd door oorlogen, onder andere toen een groep Kroatische huurlingen de stad plunderde op 1 augustus 1635 tijdens de Dertigjarige Oorlog en ongeveer 100 inwoners doodde. Zes jaar later hoorde Hendrick Busman uit Kevelaer met Kerstmis een stem die hem beval een kapel te bouwen. Eerst een wegkruis en daarna een kapel werden opgetrokken rond een genadebeeld uit Luxemburg. Na een officieel bisschoppelijk onderzoek werd dit het centrum van de bedevaart van Kevelaer, die sindsdien het stadsbeeld heeft bepaald.
Toch bleef de stad niet gespaard van verdere plunderingen tijdens verschillende oorlogen onder Spaans bewind. Dit gebeurde opnieuw tijdens de Spaanse Successieoorlog, die eindigde in 1713, waarna Kevelaer onder Pruisisch bewind kwam, net als Kervenheim aan het begin van de 17e eeuw. Dit bleef zo, kort onderbroken door de Revolutionaire Oorlogen en de Napoleontische overheersing van 1795 tot 1815, tot 1945 en leidde na de ontbinding van Pruisen tot de huidige aansluiting van Kevelaer bij Noordrijn-Westfalen.
19e tot 21e eeuw
In de loop van de 19e eeuw werd de kloof die Kevelaer scheidde van de aangrenzende Nederlandse gemeenschappen in het westen dieper: Waar de mensen ooit hetzelfde dialect spraken en samen tot het hertogdom Geldern behoorden, ontstond er vanaf 1815 een steeds grotere politieke en taalkundige kloof tussen Nederland en Pruisen - hoewel het Käwels Platt tot op de dag van vandaag niet helemaal verdwenen is. Kevelaer vond echter een nieuwe verbinding met de wereld met de aanleg van de nog steeds bestaande spoorlijn naar Kleef en Düsseldorf in 1863.
Als deel van Pruisen speelde Kevelaer ook een rol in de grote ontwikkelingen van de Duitse geschiedenis in de 19e en 20e eeuw, vooral sinds de stichting van het Duitse Rijk in 1871. Kevelaer burgers vochten en stierven in twee wereldoorlogen en stemden in het Duitse Rijk, de Weimarrepubliek en, sinds 1949, de Bondsrepubliek Duitsland. Van oudsher was het politieke katholicisme lange tijd dominant in Kevelaer, maar in de jaren 1930 en 1940 kreeg ook het nationaalsocialisme hier voet aan de grond. Jodenvervolging is niet geregistreerd, maar dat komt waarschijnlijk omdat er voor de oorlog geen Joodse gemeenschap in Kevelaer was. In ieder geval betaalde Kevelaer de prijs tijdens de wereldoorlog met verwoestingen door bombardementen.
Na de oorlog vond de wederopbouw plaats en werd het katholicisme weer sterker. De pelgrimstocht had de laatste eeuwen overleefd, zij het soms met gedwongen onderbrekingen vanwege verschillende represailles. In 1913 werden 600.000 pelgrims geteld; nu, na de Tweede Wereldoorlog, zijn deze cijfers gestegen tot meer dan 800.000 pelgrims per jaar. Een hoogtepunt in de geschiedenis van de stad is het bezoek van paus Johannes Paulus II in 1987.
Het stadsgebied van Kevelaer ontstond in zijn huidige vorm in 1969 door het samenvoegen van Kervenheim en Kevelaer. Sindsdien is er ook buiten de bedevaart veel gebeurd: de bebouwde kom is aanzienlijk gegroeid, het inwoneraantal is gestegen tot meer dan 29.000 en er zijn verschillende bouwprojecten gestart, waaronder de vestiging van talrijke scholen, commerciële bedrijven en nieuwe administratieve gebouwen, evenals de bouw van het overdekte zwembad en, meer recent, de pekeltuin met het gradeerhuis en het inhalatorium. Het laatste grote project is de herinrichting van Peter-Plümpe-Platz vanaf 2023.